Authentiek

Aut(h)entiek' (<Lat.-Gr.) bn. 1. oorspronkelijk, van de opsteller zelf afkomstig

Afgelopen vrijdag kondigde Edwin Evers aan na 21 jaar radio maken te stoppen met “Evers staat op”. Tijdens een interview werd hem gevraagd waarom hij al zo lang succesvol is en daarop antwoordde hij, dat hij zijn werk altijd met zoveel plezier heeft gedaan en dat dat waarschijnlijk veel luisteraars aanspreekt. Hij speelt niet leuk; hij is het écht. En dat maakt hem authentiek. En dat vond ik zo herkenbaar voor ons kantoor. Ook wij zijn “authentiek”. Wij vinden ons werk écht leuk en hebben oprecht plezier in ons werk en het sluiten van een goede deal voor jou! Ook voor ons zijn onze “luisteraars” de drijfveer. Daar geven we alle aandacht aan, omdat we dat belangrijk en leuk vinden. Verder hebben we net als het team van Evers zoveel lol en denk ik dat ook wij over het algemeen op een dag meer lachen dan een ander de hele week. Ook dat is “authentiek” en vooral uniek!

Wij gaan niet stoppen zoals Evers, maar makelen juist met veel plezier door. Op onze eigen “authentieke” manier.